Accountants BV
Amsterdam | Zaanstad | info@duidelijk.ac | 075 76 00 800
Login

Nieuws

De fiscale oudedagsreserve toegelicht
01-12-2014

De fiscale oudedagsreserve is een fiscaal trucje om in ieder geval op korte termijn (veel) belasting te besparen. Afhankelijk van de omstandigheden kan het op lange termijn voordelig zijn of geld kosten. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden is de fiscale oudedagsreserve niet zonder meer een pensioenpotje. Hieronder wordt de fiscale oudedagsreserve met de voor- en nadelen toegelicht.

Voor wie
De fiscale oudedagsreserve kan worden gevormd door ondernemers die een eenmanszaak, een vof, een maatschap of een CV hebben. De oudedagsreserve geldt dus niet voor B.V.’s. De ondernemer mag daarbij niet ouder zijn dan de AOW leeftijd en moet voldoen aan het urencriterium (net als voor de zelfstandigenaftrek moet je aannemelijk kunnen maken dat je minimaal 1225 uur aan je onderneming hebt besteed in het betreffende jaar).
 
Hoe werkt het
Als je een fiscale oudedagsreserve vormt, levert dit dus een extra aftrekpost op. Deze aftrekpost krijg je niet zomaar cadeau. Over het bedrag dat je nu aftrekt moet je ooit een keer belasting betalen. Daar zit ook de adder onder het gras. Je kunt niet voor 100% zelf beïnvloeden wanneer het moment komt dat je belasting moet gaan betalen. Ook de hoogte van de belasting die je moet betalen kun je zelf niet beïnvloeden.
 
Hoe hoog is de aftrekpost en wat levert deze op
De hoogte van deze aftrekpost is afhankelijk van een aantal factoren:

* De hoogte van het vermogen
De fiscale oudedagsreserve is onderdeel van het vermogen van de onderneming, de oudedagsreserve mag door de toevoeging aan de reserve niet hoger worden dan het totale vermogen van de onderneming

* De hoogte van het resultaat
Het resultaat moet positief zijn, dan bedraagt de toevoeging aan de FOR 10.9% (in 2014) van het resultaat, met een maximum dat jaarlijks wordt bijgesteld (zie hieronder)

* Het jaarmaximum van de toevoeging aan de fiscale oudedagsreserve (€ 9.542 in 2014)
 
Wat dit oplevert is afhankelijk van het tarief waarin de top van jouw inkomen valt. Als je 36,25% belasting betaalt, levert deze aftrekpost je bij maximale toevoeging aan de oudedagsreserve in 2014 € 3.458 op (€ 9.542 x 36,25%), val je in het 52% -tarief dan is dit € 4.962 (€ 9.542 x 52%).
 
Wanneer ga je dan belasting betalen?
Je gaat belasting betalen als je ophoudt ondernemer te zijn. Dit kan doordat je met pensioen gaat, maar het kan ook zijn dat je je onderneming omzet in een BV of doordat je 2 jaar lang niet meer voldoet aan het urencriterium of doordat je je onderneming verkoopt.
 
En wat gebeurt er dan met de oudedagsreserve?
In het gunstige geval heb je het bedrag dat je gereserveerd hebt op een aparte bankrekening gezet. Je kunt dan een lijfrente voor dit bedrag kopen, het bedrag op een speciaal hiervoor geblokkeerde bankrekening zetten (banksparen) of je laat het bedrag ineens vrijvallen. In de eerste twee gevallen loopt het belastinguitstel verder door totdat de lijfrente of de bankspaarregeling tot uitkering komt. In het laatste geval moet je belasting betalen over het totale opgebouwde bedrag. Dat kan behoorlijk oplopen als je een flink bedrag hebt opgebouwd.
 
Veel ondernemers gebruiken echter de oudedagsreserve om te ondernemen (vaak simpelweg omdat ze het zich niet kunnen permitteren het bedrag apart te zetten). Soms is het wel de bedoeling om te sparen, maar wordt het gespaarde bedrag toch aangesproken als de onderneming in zwaar weer komt. Als de onderneming dan ophoudt te bestaan, moet er evengoed nog belasting worden betaald over het “gereserveerde” bedrag. Als het bedrag er dan niet meer is, zal de ondernemer het toch op een of ander manier moeten ophoesten. De oudedagsreserve is er dan dus niet meer en de ondernemer blijft zitten met een belastingclaim.
 
Hoeveel belasting moet je dan betalen?
Dat is afhankelijk van de volgende omstandigheden:

* Leeftijd van de ondernemer
na het bereiken van de AOW leeftijd betaal je minder belasting in de eerste schijven (inkomen tot 33.363 –in 2014-); als je een hoger inkomen hebt, betaal je over het meerdere net zoveel belasting als mensen die de AOW leeftijd nog niet hebben bereikt.

* Hoogte van het inkomen op dat moment
Hoe meer inkomen je hebt, des te meer belasting ga je betalen. Het spreekt voor zich dat het niet voordelig is om nu tegen een tarief van 36,25% belasting af te trekken, als je in de toekomst 52% moet betalen.

* De manier waarop de fiscale oudedagsreserve tot uitkering komt of vrijvalt
Als de oudedagsreserve wordt gebruikt zoals deze bedoeld is, wordt deze omgezet in een lijfrente of bankspaarregeling en komt zij verdeeld over een aantal jaren tot uitkering. Als de onderneming tot een einde komt en de fiscale oudedagsreserve valt vrij en er zijn geen middelen om een lijfrente te kopen of het bedrag in een bankspaarrekening te boeken, dan komt het bedrag van de reserve ineens “tot uitkering”. Het hele bedrag van de reserve wordt dan ineens tot het inkomen gerekend (dus ook als er feitelijk geen geld meer is).
 
Wat zijn dan de voordelen van de fiscale oudedagsreserve?
  • Je kunt voordeel hebben van een oudedagsreserve als je als ondernemer 52% belasting betaalt. Je trekt het bedrag van de toevoeging aan de fiscale oudedagsreserve nu af tegen een tarief van 52%. Als je nadat je met pensioen bent 42% belasting betaalt, levert de toevoeging aan de reserve je naast belastinguitstel 10% voordeel op.
  • De fiscale oudedagsreserve blijft in je eigen bedrijf (dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld een lijfrente die je bij een levensverzekeraar koopt).
 Wat zijn de nadelen van de fiscale oudedagsreserve?
  • Als je nu minder dan 52% belasting betaalt, kan het zijn dat je ten tijde van het tot uitkering komen van de FOR, meer belasting betaalt dan dat je nu betaalt.
  • Bij onvoorziene omstandigheden kun je ineens met een belastingclaim worden geconfronteerd.
  • Als je het bedrag in je onderneming gebruikt, spaar je het feitelijk niet voor je pensioen, terwijl je nog wel een belastingverplichting hebt.
Voorbeelden:

Een gunstig geval
Stel je onderneming draait goed. Je maakt jaarlijks 100.000 winst. Je betaalt 52% belasting. Bij een maximale jaarlijkse toevoeging aan de fiscale oudedagsreserve, levert dit jaarlijks € 4.962 belastingvoordeel op (bij de tarieven van 2014). Doe je dat 10 jaar dan is dit dus € 49.620 belastingvoordeel. Je hebt dan een fiscale oudedagsreserve opgebouwd van € 95.420.

Je hebt netjes gespaard en als je de AOW leeftijd bereikt, stort je het volledige bedrag in een lijfrente of je hebt het bedrag gestort op een bankspaarrekening. Je inkomen is na pensioendatum lager dan daarvoor, je valt in het 42% tarief. Over de uitkering die in jaarlijkse bedragen plaatsvindt betaal je € 95.420 x 42% = € 40.076 (afgezien van kosten voor de verzekeringsmaatschappij of de bank). Het voordeel bedraagt  49.620 -/- 40.076 = 9.544.
 
Een ongunstig geval
Stel je hebt een resultaat van € 40.000. Je hebt recht op de ondernemersvrijstellingen en na aftrek van alle ondernemersfaciliteiten en andere aftrekposten betaal je 36,25% belasting. Bij een maximale toevoeging aan de oudedagsreserve levert dit je jaarlijks € 1.580 op (40.000 x 10,9% x 36,25%). Stel je doet dat 10 jaar. Je hebt dan een fiscale oudedagsreserve van € 43.600 opgebouwd. Het totale fiscale voordeel heeft tot dan toe € 15.800 bedragen. Dat lijkt niet onaardig.

In het begin spaarde je de reserveringen netjes op een aparte rekening. Toen het tijdelijk wat minder ging met je onderneming heb je het gespaarde bedrag toch in je onderneming gestoken om je onderneming weer op gang te helpen. Helaas was de dip niet zo tijdelijk als je dacht en je hebt het volledige bedrag van de reserve in de onderneming gestoken. Helaas heeft dit de onderneming niet kunnen redden. Je bent gedwongen met de onderneming te stoppen. In het jaar dat je stopt heb je gelukkig een baan gevonden. Je hebt daar een inkomen uit verdiend van € 30.000. In het jaar dat je gestopt bent met je onderneming valt de oudedagsreserve in je inkomen. Je hebt daarom op papier een inkomen van 30.000 + 43.600 = 73.600. Over dit bedrag moet je € 31.489 inkomstenbelasting betalen. Over de vrijval van de FOR betaal je € 20.019. Dat geld heb je niet en je bent gedwongen hiervoor een betalingsregeling met de belastingdienst te treffen.  Per saldo heb je € 4.219 meer betaald aan belasting dan wanneer je de oudedagsreserve niet had gevormd. Als je de reserve niet had gehad zou je het geld niet op hebben kunnen maken in je onderneming en zou je nu ook geen schuld hebben gehad bij de belastingdienst. Je had je eerder gerealiseerd dat je onderneming niet meer levensvatbaar was.
 
Ten slotte
Realiseer je goed dat je met het vormen van een fiscale oudedagsreserve weliswaar een voordeel kunt behalen maar dat je ook een risico loopt. Dit risico betreft de hoogte van de belastingtarieven tegen de tijd dat de FOR tot uitkering komt, het moment waarop het bedrag tot uitkering komt en het feit of het bedrag nog beschikbaar is te zijner tijd.
 
Als je kiest voor het vormen van een oudedagsreserve is het verstandig het bedrag van de reserve ook daadwerkelijk apart te zetten op een rekening waar je niet aan komt.
 
Realiseer je ook dat als je het bedrag gebruikt voor pensioen, je het bedrag uiteindelijk ofwel in een lijfrente moet storten (bij een levensverzekeraar of bij je eigen BV) ofwel dat je het op een bankspaarrekening moet zetten. Je kunt het bedrag niet zonder tussenkomst van een bank een eigen BV of een verzekeraar tot uitkering laten komen zonder met de belastingdienst af te rekenen.
 
Het vormen van een oudedagsreserve is vaak niet zinvol als je nog niet toekomt aan een belastingtarief van 52%. Dit tarief is pas aan de orde als je een belastbaar inkomen hebt van meer dan € 56.500 (2014).
 
De fiscale oudedagsreserve toegelicht
01-12-2014

De fiscale oudedagsreserve is een fiscaal trucje om in ieder geval op korte termijn (veel) belasting te besparen. Afhankelijk van de omstandigheden kan het op lange termijn voordelig zijn of geld kosten. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden is de fiscale oudedagsreserve niet zonder meer een pensioenpotje. Hieronder wordt de fiscale oudedagsreserve met de voor- en nadelen toegelicht.

Voor wie
De fiscale oudedagsreserve kan worden gevormd door ondernemers die een eenmanszaak, een vof, een maatschap of een CV hebben. De oudedagsreserve geldt dus niet voor B.V.’s. De ondernemer mag daarbij niet ouder zijn dan de AOW leeftijd en moet voldoen aan het urencriterium (net als voor de zelfstandigenaftrek moet je aannemelijk kunnen maken dat je minimaal 1225 uur aan je onderneming hebt besteed in het betreffende jaar).
 
Hoe werkt het
Als je een fiscale oudedagsreserve vormt, levert dit dus een extra aftrekpost op. Deze aftrekpost krijg je niet zomaar cadeau. Over het bedrag dat je nu aftrekt moet je ooit een keer belasting betalen. Daar zit ook de adder onder het gras. Je kunt niet voor 100% zelf beïnvloeden wanneer het moment komt dat je belasting moet gaan betalen. Ook de hoogte van de belasting die je moet betalen kun je zelf niet beïnvloeden.
 
Hoe hoog is de aftrekpost en wat levert deze op
De hoogte van deze aftrekpost is afhankelijk van een aantal factoren:

* De hoogte van het vermogen
De fiscale oudedagsreserve is onderdeel van het vermogen van de onderneming, de oudedagsreserve mag door de toevoeging aan de reserve niet hoger worden dan het totale vermogen van de onderneming

* De hoogte van het resultaat
Het resultaat moet positief zijn, dan bedraagt de toevoeging aan de FOR 10.9% (in 2014) van het resultaat, met een maximum dat jaarlijks wordt bijgesteld (zie hieronder)

* Het jaarmaximum van de toevoeging aan de fiscale oudedagsreserve (€ 9.542 in 2014)
 
Wat dit oplevert is afhankelijk van het tarief waarin de top van jouw inkomen valt. Als je 36,25% belasting betaalt, levert deze aftrekpost je bij maximale toevoeging aan de oudedagsreserve in 2014 € 3.458 op (€ 9.542 x 36,25%), val je in het 52% -tarief dan is dit € 4.962 (€ 9.542 x 52%).
 
Wanneer ga je dan belasting betalen?
Je gaat belasting betalen als je ophoudt ondernemer te zijn. Dit kan doordat je met pensioen gaat, maar het kan ook zijn dat je je onderneming omzet in een BV of doordat je 2 jaar lang niet meer voldoet aan het urencriterium of doordat je je onderneming verkoopt.
 
En wat gebeurt er dan met de oudedagsreserve?
In het gunstige geval heb je het bedrag dat je gereserveerd hebt op een aparte bankrekening gezet. Je kunt dan een lijfrente voor dit bedrag kopen, het bedrag op een speciaal hiervoor geblokkeerde bankrekening zetten (banksparen) of je laat het bedrag ineens vrijvallen. In de eerste twee gevallen loopt het belastinguitstel verder door totdat de lijfrente of de bankspaarregeling tot uitkering komt. In het laatste geval moet je belasting betalen over het totale opgebouwde bedrag. Dat kan behoorlijk oplopen als je een flink bedrag hebt opgebouwd.
 
Veel ondernemers gebruiken echter de oudedagsreserve om te ondernemen (vaak simpelweg omdat ze het zich niet kunnen permitteren het bedrag apart te zetten). Soms is het wel de bedoeling om te sparen, maar wordt het gespaarde bedrag toch aangesproken als de onderneming in zwaar weer komt. Als de onderneming dan ophoudt te bestaan, moet er evengoed nog belasting worden betaald over het “gereserveerde” bedrag. Als het bedrag er dan niet meer is, zal de ondernemer het toch op een of ander manier moeten ophoesten. De oudedagsreserve is er dan dus niet meer en de ondernemer blijft zitten met een belastingclaim.
 
Hoeveel belasting moet je dan betalen?
Dat is afhankelijk van de volgende omstandigheden:

* Leeftijd van de ondernemer
na het bereiken van de AOW leeftijd betaal je minder belasting in de eerste schijven (inkomen tot 33.363 –in 2014-); als je een hoger inkomen hebt, betaal je over het meerdere net zoveel belasting als mensen die de AOW leeftijd nog niet hebben bereikt.

* Hoogte van het inkomen op dat moment
Hoe meer inkomen je hebt, des te meer belasting ga je betalen. Het spreekt voor zich dat het niet voordelig is om nu tegen een tarief van 36,25% belasting af te trekken, als je in de toekomst 52% moet betalen.

* De manier waarop de fiscale oudedagsreserve tot uitkering komt of vrijvalt
Als de oudedagsreserve wordt gebruikt zoals deze bedoeld is, wordt deze omgezet in een lijfrente of bankspaarregeling en komt zij verdeeld over een aantal jaren tot uitkering. Als de onderneming tot een einde komt en de fiscale oudedagsreserve valt vrij en er zijn geen middelen om een lijfrente te kopen of het bedrag in een bankspaarrekening te boeken, dan komt het bedrag van de reserve ineens “tot uitkering”. Het hele bedrag van de reserve wordt dan ineens tot het inkomen gerekend (dus ook als er feitelijk geen geld meer is).
 
Wat zijn dan de voordelen van de fiscale oudedagsreserve?
  • Je kunt voordeel hebben van een oudedagsreserve als je als ondernemer 52% belasting betaalt. Je trekt het bedrag van de toevoeging aan de fiscale oudedagsreserve nu af tegen een tarief van 52%. Als je nadat je met pensioen bent 42% belasting betaalt, levert de toevoeging aan de reserve je naast belastinguitstel 10% voordeel op.
  • De fiscale oudedagsreserve blijft in je eigen bedrijf (dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld een lijfrente die je bij een levensverzekeraar koopt).
 Wat zijn de nadelen van de fiscale oudedagsreserve?
  • Als je nu minder dan 52% belasting betaalt, kan het zijn dat je ten tijde van het tot uitkering komen van de FOR, meer belasting betaalt dan dat je nu betaalt.
  • Bij onvoorziene omstandigheden kun je ineens met een belastingclaim worden geconfronteerd.
  • Als je het bedrag in je onderneming gebruikt, spaar je het feitelijk niet voor je pensioen, terwijl je nog wel een belastingverplichting hebt.
Voorbeelden:

Een gunstig geval
Stel je onderneming draait goed. Je maakt jaarlijks 100.000 winst. Je betaalt 52% belasting. Bij een maximale jaarlijkse toevoeging aan de fiscale oudedagsreserve, levert dit jaarlijks € 4.962 belastingvoordeel op (bij de tarieven van 2014). Doe je dat 10 jaar dan is dit dus € 49.620 belastingvoordeel. Je hebt dan een fiscale oudedagsreserve opgebouwd van € 95.420.

Je hebt netjes gespaard en als je de AOW leeftijd bereikt, stort je het volledige bedrag in een lijfrente of je hebt het bedrag gestort op een bankspaarrekening. Je inkomen is na pensioendatum lager dan daarvoor, je valt in het 42% tarief. Over de uitkering die in jaarlijkse bedragen plaatsvindt betaal je € 95.420 x 42% = € 40.076 (afgezien van kosten voor de verzekeringsmaatschappij of de bank). Het voordeel bedraagt  49.620 -/- 40.076 = 9.544.
 
Een ongunstig geval
Stel je hebt een resultaat van € 40.000. Je hebt recht op de ondernemersvrijstellingen en na aftrek van alle ondernemersfaciliteiten en andere aftrekposten betaal je 36,25% belasting. Bij een maximale toevoeging aan de oudedagsreserve levert dit je jaarlijks € 1.580 op (40.000 x 10,9% x 36,25%). Stel je doet dat 10 jaar. Je hebt dan een fiscale oudedagsreserve van € 43.600 opgebouwd. Het totale fiscale voordeel heeft tot dan toe € 15.800 bedragen. Dat lijkt niet onaardig.

In het begin spaarde je de reserveringen netjes op een aparte rekening. Toen het tijdelijk wat minder ging met je onderneming heb je het gespaarde bedrag toch in je onderneming gestoken om je onderneming weer op gang te helpen. Helaas was de dip niet zo tijdelijk als je dacht en je hebt het volledige bedrag van de reserve in de onderneming gestoken. Helaas heeft dit de onderneming niet kunnen redden. Je bent gedwongen met de onderneming te stoppen. In het jaar dat je stopt heb je gelukkig een baan gevonden. Je hebt daar een inkomen uit verdiend van € 30.000. In het jaar dat je gestopt bent met je onderneming valt de oudedagsreserve in je inkomen. Je hebt daarom op papier een inkomen van 30.000 + 43.600 = 73.600. Over dit bedrag moet je € 31.489 inkomstenbelasting betalen. Over de vrijval van de FOR betaal je € 20.019. Dat geld heb je niet en je bent gedwongen hiervoor een betalingsregeling met de belastingdienst te treffen.  Per saldo heb je € 4.219 meer betaald aan belasting dan wanneer je de oudedagsreserve niet had gevormd. Als je de reserve niet had gehad zou je het geld niet op hebben kunnen maken in je onderneming en zou je nu ook geen schuld hebben gehad bij de belastingdienst. Je had je eerder gerealiseerd dat je onderneming niet meer levensvatbaar was.
 
Ten slotte
Realiseer je goed dat je met het vormen van een fiscale oudedagsreserve weliswaar een voordeel kunt behalen maar dat je ook een risico loopt. Dit risico betreft de hoogte van de belastingtarieven tegen de tijd dat de FOR tot uitkering komt, het moment waarop het bedrag tot uitkering komt en het feit of het bedrag nog beschikbaar is te zijner tijd.
 
Als je kiest voor het vormen van een oudedagsreserve is het verstandig het bedrag van de reserve ook daadwerkelijk apart te zetten op een rekening waar je niet aan komt.
 
Realiseer je ook dat als je het bedrag gebruikt voor pensioen, je het bedrag uiteindelijk ofwel in een lijfrente moet storten (bij een levensverzekeraar of bij je eigen BV) ofwel dat je het op een bankspaarrekening moet zetten. Je kunt het bedrag niet zonder tussenkomst van een bank een eigen BV of een verzekeraar tot uitkering laten komen zonder met de belastingdienst af te rekenen.
 
Het vormen van een oudedagsreserve is vaak niet zinvol als je nog niet toekomt aan een belastingtarief van 52%. Dit tarief is pas aan de orde als je een belastbaar inkomen hebt van meer dan € 56.500 (2014).
 
Webdesign door Lined webdevelopment
www.duidelijk.ac gebruikt cookies om de website te verbeteren en te analyseren, voor social media en om ervoor te zorgen dat je relevante advertenties te zien krijgt. Als je meer wilt weten over deze cookies, klik dan hier voor ons cookie beleid. Bij akkoord geef je www.duidelijk.ac toestemming voor het gebruik van cookies op onze website.
 Cookies NIET accepteren