Accountants BV
Amsterdam | Zaanstad | info@duidelijk.ac | 075 76 00 800
Login

Nieuws

Belangrijke uitspraak Hoge Raad; vermogensrendementsheffing vanaf 2017 onrechtmatig, check of het zinvol is om actie te ondernemen

Over de belastingheffing in box 3 worden al jaren procedures gevoerd. Het aantal ingediende bezwaarschriften is jaarlijks dermate groot, dat de staatssecretaris van Financiën de bezwaren aanmerkt als massaal bezwaar. Over de rechtsvragen van de massaalbezwaarprocedure worden enkele procedures gevoerd. De uitkomsten daarvan gelden voor alle bezwaarschriften die onder het massaal bezwaar vallen. De Hoge Raad heeft in een van deze procedures geoordeeld dat de belastingheffing in box 3 volgens het huidige systeem niet door de beugel kan.

Wat is er aan de hand?

Het systeem van belastingheffing in box 3 van de inkomstenbelasting ging in de jaren 2001 tot en met 2016 uit van een vast rendement over het vermogen van 4%. De wetgever meende dat dit rendement voor een vermogensbezitter haalbaar was.
Met ingang van 2017 geldt een ander systeem, omdat inmiddels was gebleken dat het veronderstelde rendement van 4% niet zonder meer haalbaar was. In de nieuwe systematiek worden voor spaargeld en voor het overige vermogen jaarlijks gemiddelde rendementscijfer vastgesteld. Deze gemiddelde rendementen zijn gebaseerd op gegevens van voorgaande jaren.
De wet gaat uit van een bepaalde verdeling van het vermogen over spaargeld en andere beleggingen, afhankelijk van de omvang van het totale vermogen in box 3. De wet kent drie verschillende vermogensmixen. Kleine vermogens worden verondersteld voor 2/3 te bestaan uit spaargeld en voor 1/3 uit overig vermogen. In de tweede vermogensschijf veronderstelt de wetgever dat het spaardeel 21% bedraagt en het overige vermogen 79%. Voor de derde vermogensschijf is de verdeling 100% overig vermogen en 0% spaargeld.

Wat heeft de Hoge Raad beslist?

De procedure bij de Hoge Raad betrof een belastingplichtige met een in de jaren 2017 en 2018 van de wettelijke verdeling sterk afwijkende vermogensmix. Het merendeel van het vermogen bestond uit spaargeld, waar de wet uitgaat van hoofdzakelijk beleggingen. De geheven belasting in box 3 overschreed het behaalde rendement ruimschoots. Volgens de Hoge Raad is de wettelijke vermogensmix in strijd met het recht op ongestoord bezit van eigendom en met het gelijkheidsbeginsel. De wettelijke regeling houdt geen rekening met de eigen keuze van een belastingplichtige voor de belegging van zijn vermogen. De Hoge Raad heeft zelf voorzien in het geconstateerde rechtstekort. Opmerkelijk is dat de Hoge Raad dat heeft gedaan door de werkelijk behaalde rendementen op sparen en beleggen van de individuele belastingplichtige in de heffing te betrekken. Uitgaan van de werkelijke vermogensverdeling en de door de wetgever vastgestelde rendementen zou ook een mogelijkheid zijn geweest.

Wat zijn de gevolgen?

De uitspraak van de Hoge Raad heeft tot gevolg dat de Inspecteur nu kan beslissen op alle bezwaarschriften die zijn ingediend in de zaken die door de Staatssecretaris van Financiën zijn aangemerkt als massaalbezwaar.

Omdat de Hoge Raad in dit het arrest niet aangeeft op welke wijze het werkelijk rendement moet worden berekend, is op dit moment veel onduidelijk hoe de exacte afwikkeling en berekening van de belastingteruggave eruit zal komen te zien.

De Belastingdienst geef op haar website aan dat zij beoordelen wat deze uitspraak betekent voor iedereen met een box 3-heffing. In januari verwachten we nadere berichtgeving hierover.

Is het zinvol om alsnog bezwaar in te dienen?

Een bezwaarschrift moet worden ingediend binnen zes weken nadat de aanslag definitief is opgelegd. We kunnen samen kijken of het raadzaam is om alsnog een bezwaarschrift in te (laten) dienen tegen de berekening van het forfaitair vastgestelde rendement in box 3 in jouw aanslagen inkomstenbelasting 2017, 2018, 2019 en 2020, als dat nog mogelijk is. 

Voor wie niet (tijdig) bezwaar heeft gemaakt tegen de opgelegde aanslagen inkomstenbelasting in box 3 over de jaren 2017 en volgende jaren kan eventueel een verzoek om ambtshalve vermindering worden gedaan.

Ook kan het nog zo zijn dat de Belastingdienst zelf actie zal ondernemen om de vermogensrendementsheffing voor iedereen te herstellen/ compenseren. Wij wachten de nadere berichtgeving op dit punt af, die in januari wordt verwacht en we houden je op de hoogte.

Mocht je toch liever nu al zelf actie willen ondernemen door alsnog waar mogelijk bezwaar te laten maken of wil je dat we een verzoek om ambtshalve vermindering voor je doen? Neem dan contact met ons op, dan regelen we het voor je.

Bron: Hoge Raad | jurisprudentie | ECLINLHR20211963, 21/01243 | 24-12-2021

Terug

Webdesign door Lined webdevelopment
www.duidelijk.ac gebruikt cookies om de website te verbeteren en te analyseren, voor social media en om ervoor te zorgen dat je relevante advertenties te zien krijgt. Als je meer wilt weten over deze cookies, klik dan hier voor ons cookie beleid. Bij akkoord geef je www.duidelijk.ac toestemming voor het gebruik van cookies op onze website.
 Cookies NIET accepteren